Biodiversiteitsdag 22 mei
Door Diny Knol
Het is een mooi idee om op deze specifieke dag kennis te maken met de mede-Herenboeren! Immers, op een dergelijke dag ‘heb je het erover’ en misschien heb je ideeën ‘om er iets aan te doen’ en kunnen we werken aan het vergroten van de biodiversiteit!
Maar waar komt deze dag eigenlijk vandaan?
In 2010 riep de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) 22 mei uit tot de Internationale Dag voor Biologische Diversiteit. Deze dag is vooral voortgekomen uit het feit dat toerisme een mondiaal groeiende markt is en schadelijke effecten heeft op de natuur. De VN zegt onder andere: “Biodiversiteit is noodzakelijk voor de natuur en de mensheid” en op de vermelde site vind je heel veel informatie. Daarnaast heeft de VN een wereld doel, nummer 15, die luidt: Herstel Ecosystemen en behoud biodiversiteit. Alle lidstaten zijn gehouden hieraan, maar laten we het vooral vanuit ‘ons’ (Nederlandse) perspectief zien en benaderen; Herenboeren zijn bewuste burgers (en waarschijnlijk ook af en toe toerist) die lokaal en duurzaam voedsel willen produceren en willen werken aan de biodiversiteit.
Dus, wij houden deze dag, door voor de eerste keer (22 mei 2024) met onze gemeenschap bij elkaar te komen en kennis met elkaar te maken op de onlangs opgerichte Herenboerderij Rhoon. Het begin van een prachtige voorjaarstraditie.
In de toekomst wordt er ook gekeken naar de ontwikkelingen rondom de boerderij en de biodiversiteit. Onze voorzitter Martijn wil zich hiervoor sterk maken; het monitoren van de biodiversiteit op de Herenboerderij! Dit zal pas in een iets later stadium gaan aanvangen aangezien er momenteel andere prioriteiten zijn, zoals het opstarten van allerlei activiteiten. Maar mocht je zin hebben om in de werkgroep deel te nemen, meld je aan via rhoon@herenboeren.nl.
Wat behelst biodiversiteit?
Een ander woord voor biodiversiteit is soortenrijkdom. En in het grotere geheel gaat het over evenwicht in de natuur en ecosystemen. Soortenrijkdom en genetische variatie bij planten, dieren en andere organismen (bv. schimmels, bacteriën, algen, etc.) worden gebruikt om te bekijken hoe een ecosysteem er voor staat. Hoe groter de soortenrijkdom en/of genetische variatie, hoe groter de capaciteit van een ecosysteem waardoor negatieve effecten beter/sneller kunnen worden opgevangen. Dus, hoe groter de biodiversiteit, des te beter de gezondheid van het ecosysteem en ons natuurlijke kapitaal. Zoals we bijna elke dag kunnen horen of lezen of zien, staat de soortenrijkdom zwaar onder druk.
Maar hoe is het nu zo gekomen dat er minder biodiversiteit is?
Er zijn een drietal belangrijke ontwikkelingen hiervoor aan te wijzen. In vogelvlucht een korte geschiedenis.
Net na de oorlog in juni 1945 moest de voedselvoorziening weer op orde komen in Nederland en daarvoor werd Sicco Mansholt als minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening aangesteld. Tijdens zijn ministerschap ontwikkelde hij een plan voor de modernisering van de landbouw, door regulering (minimum prijzen, importheffingen) en daarnaast voor productieverhoging en door geld te investeren in onderzoek en onderwijs en de inzet van machines (schaalvergroting).
Vervolgens ontwikkelde hij een plan voor een gemeenschappelijke landbouwmarkt en werd hij gekozen als commissaris van Landbouw van de Europese Commissie voor zes lidstaten (België, W-Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland). Tot de dag van vandaag geldt de toen ingestelde Europese subsidiëring van de landbouw. Voor Mansholt was toen, net na de Tweede Wereldoorlog, zijn idee dat de kleine boeren (“arbeiders”) zich konden ontwikkelen. Echter, rond zijn pensionering, begin jaren zeventig, ging Mansholt zich interesseren voor de Club van Rome en hun rapport “Grenzen aan de groei”. Zijn gedachten over landbouwsubsidies en schaalvergroting veranderden, maar door het boerenverzet kon hij geen veranderingen meer brengen in de reeds ingezette weg. Sinds 2002 wordt elke twee jaar de Mansholtprijs uitgereikt voor innovatieve en inspirerende ideeën in de landbouw. In 2002 ging de prijs naar Slow Food#. Deze beweging is tegen industriële productie van voedsel en wil graag een traditionele en op cultuur gerichte keuken promoten via behoud en gebruik van oude gewassen, zaden en landbouw van een regio. Turijn is de Slow Food hoofdstad en de beweging is in 1986 opgericht.
Daarnaast werden in die periode de oogst opbrengsten hoger, doordat er chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest werden (en worden) gebruikt. Ruwweg eind 1800/begin 1900 ontwikkelde zich een flinke chemische- en voedingsindustrie in Duitsland en na de Tweede Wereldoorlog komt de productie goed op gang van een beperkt aantal bestrijdingsmiddelen. In eerste instantie was er nog geen regulering voor het gebruik ervan, maar in 1947 komt in Nederland de Wet bestrijdingsmiddelen en meststoffen. “De vader van de kunstmest” wordt Justus Freiherr von Liebig wel genoemd. Door onderzoek zag hij (naast andere onderzoekers in zijn tijd) dat planten bepaalde nutriënten nodig hadden voor hun groei en hij ontwikkelde ‘producten’.
Dan, begin jaren zestig verschijnt het boek Silent Spring en hierin wordt beschreven wat DDT met het milieu doet; sommige vogels konden zich niet meer voortplanten door het slecht afbreekbare en in het vet opgehoopte DDT. Inmiddels is het verboden in de westerse wereld, maar voor de bestrijding van malaria wordt het nog steeds gebruikt!
Tegenwoordig wordt wetenschappelijk onderzoek en advies voor Volksgezondheid en Milieu in Nederland verricht door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Maar ook een instituut als Louis Bolk Instituut levert onafhankelijk onderzoek. Daarnaast hebben we voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
Kunnen we toe met weinig of zonder bestrijdingsmiddelen / gewasbeschermingsmiddelen of kunstmest?
Kunstmest en bestrijdingsmiddelen wordt vooral bij monocultuur productie gebruikt. Hectaren grond worden geïmpregneerd met mest(overschot) en bespoten met bestrijdingsmiddelen om de kans op ziekten te verkleinen. Door stroken teelt en combinaties van beplanting wordt de kans op ziekten ook verkleind, maar dit is een bewerkelijke en duurdere methode in vergelijking met de monocultuur teelt. Althans, dat monoculturen goedkoper zouden zijn, dat wordt gedacht. Kosten voor onder andere waterzuivering en gezondheidszorg drukken nu op de schouders van de belastingbetaler. Onlangs was het nog in het nieuws, ons oppervlaktewater is voor 97% vervuild. De waterzuiveringsbedrijven zullen nu aan de bak moeten om allerlei chemicaliën/medicijnen te verwijderen om aan de EU normen te kunnen voldoen. Dit kost investeringen en andere zuiveringsmethoden en dit gaat betaald worden door de burger via de waterschapsbelastingen. Kosten die het gevolg zijn van commerciële activiteiten, worden afgewenteld op de maatschappij. Daarom is nu dringend een voedselproductietransitie nodig!
Voor Herenboeren is de ondergrens; biologische productie en in de (SKAL-gecertificeerd) biologische landbouw mogen een aantal toegestane bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Dus, mocht het zo zijn, dat er zich een plaag voordoet, dan zou het kunnen zijn dat er middelen worden gebruikt. Dit gaat natuurlijk in overleg met de boer en andere betrokkenen. Door klavers en vlinderbloemigen te gebruiken, wordt er stikstof in de grond vastgelegd en is kunstmest niet nodig. Beter voor de bodem, insecten en vogels. Herenboeren wil ook geen gebruik maken van kunstmest. Andere voedingsstoffen die voornamelijk nodig zijn voor de groei van planten, zijn fosfor, kalium en soms magnesium. Fosfaat is voor enkele tientallen jaren genoeg in de bodem (door het gebruik van kunstmest en dierlijke mest). De bodem is het fundament en produceren in samenwerking met de natuur (natuur inclusief), dat is waar we met Herenboeren aan willen werken!